Onderbroekenhumor

Hmmm. Hooi op de vork voor al wie durft te beweren dat we in een bedenkelijke buurt wonen:

Vorige week hebben we snoei- en kuiswerken georganiseerd rond ons huis. Onze tuin ligt er weer netjes bij, en is klaar voor de herfst, maar wat vonden we in onze haag, tussen de blaadjes…? Een onderbroek.

Voorzichtig werd het ding in de vuilbak gedeponeerd – het kwam nog net niet in aanmerking voor GFT.

Woensdag waren de dakgoten aan de buurt. En u raadt nooit wat we aangetroffen hebben in de dakgoot van het tuinhuis?

Een onderbroek.

Als u weet dat we langs een niet-verlichte binnenplaats met garages wonen, moet ik er verder geen tekeningske bij maken zeker?

De papegaai die een parkiet bleek te zijn

Gisteren zat ik rustig met Kobe in de zetel, toen Eveline vanuit de veranda riep:

“Kobe, Kobe, kom vlug! Vlug! Heel vlug!”

Kobe repte zich naar de veranda, want er was buiten blijkbaar iets speciaals te zien. En inderdaad, er zat een vreemde vogel op ons tuinhek:

Een vreemde vogel in onze tuin

Deze mooie vogel werd door ons direct geïdentificeerd als papegaai, maar bleek later een parkiet te zijn. Hoe dan ook: we hadden door dat dit geen beest was dat in hier in het wild leeft, en dat het dus vermoedelijk ergens in de buurt ontsnapt was.

Wat doe je dan? Aangezien het beest vrij rustig op ons hek bleef zitten (het was half verdoofd omdat het eerst tegen de ruit gevlogen was), hebben we snel de politie gebeld, die ons vriendelijk doorverwezen heeft naar de vogelbescherming.

Diezelfde vogelbescherming bleek het op dat moment heel druk te hebben met het vangen van een valk, dus ze vroegen ons vriendelijk om het beest zelf te vangen en binnen te brengen. Gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar een kwartiertje, nog twee bonken tegen de ruit, en een huppeltocht met een laken in onze handen op straat later, zat het beestje wild om zich heen slaand maar veilig in een wasmandje.

En zo hebben Kobe en ik gisteren een onverwacht ritje gemaakt richting Malderen, naar het Vogelopvangcentrum. Daar wacht het beestje geduldig op zijn baasje. En ondertussen wordt het goed verzorgd, daar zijn we van overtuigd, want we hebben van een enthousiaste helpende knaap een mooie rondleiding gekregen tussen de steenuilen, kerkuilen, oehoe’s, valken, buizerds, eenden, zwanen, duiven, kippen, slangen, spinnen, schildpadden en konijnen. Die laatste vier zijn voor alle duidelijkheid geen vogels.

En zo werd een doodgewone zaterdag eventjes heel speciaal.

Stervende olifanten

Wat is het verband tussen “Also sprach Zarathustra” van Strauss en een bende stervende olifanten die bezig zijn aan hun laatste strijd?

Een Zweeds kinderorkest!

Hier heb ik vandaag mee in een lachbreuk gelegen:

En dan denken aan al die ouders in de zaal, die zooo àpetrots zijn op hun kleine uk.
“Den onzen in den enige die just speelt.”

Schitterend.

Formulering is alles

Net een filmpje doorgestuurd gekregen van een collega-cursist van de schrijfcursus die ik volg.

Een heel mooi filmpje over de kracht van woorden. Over de kracht van de juiste formulering.

De pratende hond

Okee.

Ik kreeg een filmpje doorgestuurd van iemand. Meestal klik ik daar al niet op door wegens statistisch flauw, maar kom, deze keer was het “echt wel grappig” (wat de kans op statistisch flauw eigenlijk meestal verhoogt) dus me clicko.

Maar mijn pc deed vies, en mijn geluid werkte niet. Filmpje zonder geluid: totaal niet grappig. En toch om een of andere reden mijn nieuwsgierigheid gewekt, dus me pc rebooto.

En ik beken: ik kon mijn lach niet inhouden. Zo flauw, en toch zo goed.

🙂

Sorry, wij ondersteunen geen standaarden

“Nu nóg makkelijkere toegang tot de energiedesk via de smartphone app!”

Electrabel meldt ons via straataffiches trots dat het een ‘app’ heeft ontwikkeld om “makkelijke toegang” tot de energiedesk te krijgen. Als er nu één bedrijf is dat niet echt moet stoefen met zijn vreselijke website, dan is het wel Electrabel, maar kom – daar gaat het hier niet over.

Het gaat om die app. De apps schieten als paddestoelen uit de grond. Wil je als bedrijf hip zijn, dan geef je je klanten nieuwe mogelijkheden via een app voor hun smartphone. Toch zeker en vast voor de iPhone. Eventueel voor Android. En als ze écht budget te veel hebben misschien ook voor Windows Phone.

De miljoenen mensen die geen iPhone hebben, die kunnen hun plan trekken met de website. De website – waar geen ontwikkelwerk meer ingestoken wordt, en geen nieuwe toepassingen bijkomen. Ah neen, onze ontwikkelaars hebben de handen vol met het ontwikkelen van al die coole apps!

Een absurde omgekeerde beweging is dat, als je kijkt waar we vandaan komen. 15 jaar geleden had nog lang niet iedereen een computer, en alleen maar een kleine groepje happy few had toegang tot internet. Via de modem. Traag en krakend. Niet erg, want de websites waren ook traag en krakend.

Langzaamaan ontwikkelde het web zich, en werden nieuwe mogelijkheden ontdekt. Waarbij elke browser zijn eigen weg insloeg. Internet Explorer deed zijn eigen zin, Netscape deed zijn best om de standaarden te volgen, later gevolgd door Firefox. En Safari. En Chrome. En een handvol Linux-browsers. En elke browser toonde een webpagina op een andere manier. God, zelfs binnen één merk, Internet Explorer, toonde iedere versie pagina’s op zijn manier.

Meer en meer mensen hadden toegang tot het web, en het web kon meer en meer. Wie geen pc of internettoegang had, die raakte achterop. Maar zelfs als je wel internet had, was je nog niet zeker dat de webpagina werkte: enige standaardisatie was compleet zoek. Als je de pech had dat je een webpagina met de verkeerde browser bekeek, kon je je plan trekken.

Daar lijkt de afgelopen jaren éindelijk verandering in te komen. De meerderheid van de gezinnen heeft internettoegang. Webontwikkelaars houden meer rekening met standaarden, en de browsers groeien qua functionaliteit naar elkaar toe. De meeste webpagina’s gedragen zich tegenwoordig gelijkaardig in Internet Explorer 8, Firefox 3 of 4 en Chrome. Hoera, hoera.

En dan komen de apps. Hopla, weg standaarden! “Wij hebben een superdeluxe fantastische app voor iedereen! Supermakkelijk. Aja, je moet wel een dure iPhone hebben.”

De apps zijn meer dan gadgets geworden. Bedrijven verleggen functionaliteit van hun website naar de apps. Over 2 jaar zal er een hele reeks mogelijkheden zijn, die enkel toegankelijk is via de juiste app. En daar zal je dan staan met je fantastisch nieuwe state-of-the-art laptop uit de Fnac, met de allerlaatste versie van Windows en je supersnelle internetverbinding van Telenet. “Sorry, ons bedrijf doet niet meer mee aan de standaarden. U hebt de verkeerde telefoon.”

Ik word daar eigenlijk niet vrolijk van. Echt niet.

Live opgenomen

Hmmmm, boeiende waarheden in De Standaard vandaag. Uit het artikel “Alle zenders boos op elkaar”:

Het werd live opgenomen in een hotel in de Loirestreek in Frankrijk.

Live opgenomen. Dat is zoals “een originele kopie”. Of “plat bruiswater”. Of “oorverdovend stil”. Of “perfect scheef”. Of “een correcte taalfout”.

Kim zakt door

Okee, mijn eerste gedacht toen ik onderstaand krantenberichtje zag?

Ik dacht er een komma bij: “Clijsters zakt door, enkel op trouwfeest”. Kim is eens een avondje stévig in de pintjes gevlogen, maar het was eenmalig, op een trouwfeest. Maar door haar gigantische kater mist ze wel Roland Garros.

Niet dus. Ze is door haar enkel gezakt. Spijtig, met komma was het een sappiger verhaal.

Klutsjesdag

Vandaag was het klusjesdag.

Eveline en ik hebben allebei een dag verlof genomen om in huis te doen wat al lang moest gebeuren: de garage, het tuinhuis en de berging uitmesten, en alles herverdelen over containerpark, pas ingerichte zolder, garage, tuinhuis en berging. Het was een dag hard werken, maar we zijn tevreden over het resultaat.

Ik heb deze voormiddag even wat tijd verloren toen ik door de dozen aan het gaan was die ik een hele tijd geleden gekregen heb na de verhuis van mijn ouders. Het ouderlijk huis moest leeggemaakt worden, en ik kreeg een paar curverboxen vol jeugdsentiment, en daar ben ik vandaag doorgegaan.

Goh, wat een reis door de tijd. Leuke dingen, zoals kindertekeningen die ik gemaakt heb, verhaaltjes die ik geschreven of getekend heb als kind, en hopen en hopen krantjes en magazines van mijn hand. Ik had als kind iets met krantjes – ik was een geboren redacteur. En zie, het bloed kruipt waar het niet gaan kan – is een blog niet ook een soort krantje?

Veel schoolgerelateerde dingen ook. Rapporten. Werkjes. Verzamelmappen.

En ook veel foto’s tegengekomen. Karel als klein manneke. Karel als groter manneke. Karel als langharige rebel.

Maar ook dingen waar je liever niet meer te veel aan herinnerd wordt. Liefdesbrieven. En antwoorden op liefdesbrieven. En schrijfsels waar ik minder trots op ben.

Maar toch. Doorheen heel die stapel tekeningen, teksten, foto’s en brieven, heb ik een hoop creativiteit terug gevonden. En dat zet een mens aan het mijmeren. Dan vraag je je af waar al die creativiteit naartoe is. Ik sta op, ga werken, kom thuis, avondroutine met de kindjes, en dan schiet er ‘s avonds niet veel energie meer over, dus de meeste avonden eindigen in de zetel. Een routine met weinig creativiteit.

Dus daar zit je dan, op klusjesdag, in je garage, te mijmeren achter een stapel papier. Een beetje je kluts kwijt. Klutsjesdag.

Tot ik gelukkig besefte dat ik in mijn werk eigenlijk best creatief ben. En dat ik een schrijfcursus aan het volgen ben, waar ik al mijn creativiteit mag aanwenden. En dat ik voor mijn kindjes elke dag creatief uit de hoek mag komen. Dus dat het nog zo erg niet gesteld is met die creativiteit. Het valt misschien alleen wat minder op.

Maar terug naar die stapel papier. Weet je waar ik in heel die stapel nog het meest van al van opgekeken heb? Van mijn bundel gedichten.

In mijn vierde-vijfde middelbaar was ik nogal met poëzie bezig. En heb ik me op een bepaald moment zelf aan het schrijven gezet. Met op korte tijd een hele reeks gedichten als resultaat, de een al geslaagder dan de andere. Er zitten ronduit slechte gedrochten tussen, maar er zitten toch ook enkele dingetjes tussen waar ik een behoorlijk “aha” gevoel bij had.

Weet je wat ik nog het leukste vond? Het begeleidend kladblad in het onleesbare handschrift van mijn vriend Pieter C.

Ik heb mijn dichtsels in die tijd voorgelegd aan Pieter C., en hij heeft elk gedicht voorzien van commentaar. Eerlijk commentaar. Dus als het slecht was, kreeg ik het te horen, maar ik heb ook de nodige complimenten en tips gekregen. Bij de eerstvolgende ontmoeting, duw ik Pieter C. het papier terug in zijn handen. Mag hij de onleesbare passages ‘ns vertalen.

Ik wil jullie de komende tijd eigenlijk wel wat inzage gunnen in mijn “Dienst Indichtingen”, mijn “bundel”. Ik heb absoluut geen literaire ambities, maar ik schaam me ook niet voor die schrijfsels van toen. Bedenk gewoon dat ze van de hand van een 16-jarige puber komen.

De serieuzere gedichten zijn voor later, maar ik steek van wal met het kortste uit de bundel, getiteld ‘Kort protest’. Hier komt-ie:

Kort protest

Leerstof
is niet tof.

Laat me beklemtonen dat het niveau van deze spielerei niet per se iets zegt over wat volgt 🙂

Wordt vervolgd.

Die keer dat ik een brief schreef voor Mercedes

En we zijn een copycursus-les verder. En dus een huiswerkje.

Twee weken geleden kon je al meelezen met mijn Bätibøw-brief, deze keer was het de beurt aan Mercedes. Een verkoopbrief gericht aan de eigenaars van een Mercedes-bedrijfsvoertuig, om de MercedesService Card aan te prijzen.

En hier zijn mijn schrijfsels dan:

Klik hier voor een PDF.

En dan nu de vette disclaimer: ik ben er zelf niet echt tevreden over. In de Bätibøw-brief heb ik heel veel werk en moeite gestoken, en was ik ook heel tevreden over het resultaat. Voor de Mercedes-brief daarentegen had ik niet veel inspiratie, en heb ik er dan ook niet te veel moeite in gestoken. Maar u krijgt hem toch. Voor de volledigheid.

Op naar de volgende les. Ik kan u al verklappen dat we een langetermijn-opdracht hebben gekregen om een brief voor een uitvaartcentrum te schrijven. En ik ben zelf benieuwd wat ik daarvan ga brouwen…