In de werk-context wordt dikwijls gevraagd om in te schatten hoeveel manuren iets zal vragen. Of manweken. Of manmaanden. Of – godbetert – manjaren.
Grappig woord eigenlijk eh, die manuren. Wat zijn de manuren? Zijn dat de uurtjes wanneer een “echte man” ‘s avonds naar het WK voetbal kan kijken? Zijn dat de nachtelijke uurtjes wanneer mijn vrouw in dromenland ligt en ik nog achter mijn pc’tje kruip?
En mandagen? Zijn dat de dagen waarop ik met mijn vrienden op mannenweekend vertrek?
Dan durf ik me geen voorstelling maken bij manmaanden en manjaren. Of is dat laatste het vervolg op de puberjaren?
En de belangrijkste vraag van al: wanneer gaan de vrouwuren door?
Levensvragen!