Het is kermis vandaag op het internet. Photofacts – een uitstekende blog met fotografie-nieuws – organiseert vandaag een blogkermis over workflow. Dat houdt in dat allerhande bloggers in Vlaanderen en Nederland vandaag schrijven over hun workflow – het proces van het nemen van een foto over het sorteren tot het afleveren van de foto. Het overzicht van alle artikels die vandaag verschenen zijn, krijg je vanavond op Photofacts. Hier volgt alvast mijn bijdrage.
Een foto begint bij de bron: het fototoestel. Digitaal kan je heel veel foto’s maken zonder je om je filmpje te moeten bekommeren, wat erg leuk is, maar ervoor zorgt dat je achteraf des te beter moet schiften. Dus na het importeren van de foto’s volgt het selecteren: het scheiden van het kaf en koren. Met die selectie ga ik dan aan de slag om kleine retouches en correcties aan te brengen, en foto’s die onbruikbaar zijn alsnog te verwijderen. Uiteindelijk volgt – na bewerken – de ultieme schifting. Eens de selectie klaar staat, is het kwestie van de foto’s nog te labelen (met trefwoorden en metadata), en ze te exporteren, hetzij naar Flickr, hetzij naar een afdrukcentrale, hetzij naar een ander formaat.
In stappen uiteengezet wordt dat:
- De fotoshoot
- Importeren op de PC
- Eerste schifting
- Individueel bekijken en bewerken en tweede schifting
- Definitieve schifting
- Labelen van foto’s en fotoreeks
- Exporteren
Deze hele workflow verloopt bij mij in Adobe Photoshop Lightroom 2, het workflow-programma bij uitstek.
Uitleg over de verschillende stappen volgt hieronder.
De fotoshoot
Ik stamp een open deur in als ik zeg dat je een fototoestel nodig hebt om een foto te creëren. Elke klik op de ontspanknop is het begin van een nieuwe foto. De grote meerderheid van die foto’s haalt de eindmeet niet, maar elke foto krijgt een eerlijke kans.
Je kan tegenwoordig veel – heel veel – bereiken met fotobewerking. Een mislukte foto kan er best nog geslaagd uit zien na een hele heksentoer in Photoshop. Maar dat is geen excuus om slordig foto’s te nemen. Een foto die direct goed geslaagd is, zal altijd een nog beter resultaat opleveren achteraf en vooral – neemt veel minder tijd in beslag.
Ik probeer dus bij een fotoshoot steeds zoveel mogelijk rekening te houden met lichtomstandigheden, achtergrond, de gebruikte lens, het al dan niet gebruiken van een flitser of andere attributen, het gebruik van een statief, de instellingen van het fototoestel, …
Ik probeer ook steeds om mijn kadrering direct zo goed mogelijk te krijgen. Als ik toch twijfel neem ik mijn kader uiteraard eerder te groot dan te klein – afsnijden achteraf is makkelijker dan bijplakken.
Technisch: ik gebruik steeds mijn Nikon D80 digitale reflexcamera als toestel, maar dat is in het hele proces niet relevant. Wat belangrijker is, is dat ik hierbij steeds in het RAW-formaat trek (en dus niet in JPG), en mij van witbalans (de kleurtemperatuur van een foto) dus weinig aantrek op het moment van de shoot. Dat kan achteraf perfect bijgeregeld worden in Lightroom.
Schiften gebeurt pas op de PC. Je kan immers op een klein schermpje van een fototoestel meestal niet oordelen of een foto geslaagd is of niet. Is een foto toch flagrant mislukt, dan vliegt deze soms al van het kaartje nog voor deze de PC bereikt heeft.
Importeren op de PC
Eens de shoot achter de rug is, wil je je foto’s op een groot scherm bekijken. Daar pas – en pas aan 100% zoom – kan je echt oordelen of een foto geslaagd is of niet.
Mijn foto’s bevinden zich op een SD-kaartje. Dit kaartje lees ik in op de PC via een USB-geheugenkaarlezertje. Ik haal het kaartje dus uit het toestel, en steek het in het lezertje, in plaats van het kaartje in het toestel te laten zitten en het toestel aan te sluiten op de PC (zoals ik vroeger deed). Voor mij is dit de makkelijkste manier van werken, al kan deze methode het nadeel hebben dat het kaartje lijdt onder het voortdurend insteken en uithalen.
Vanaf hier komt Adobe Photoshop Lightroom 2 in de workflow, en dat blijft zo voor de rest van de flow. Mijn foto’s importeer ik direct via Lightroom. Vandaar dat ik ook enkel RAW-bestanden nodig heb, en geen JPG-bestanden.
Wil ik om een of andere reden toch snel JPG-bestanden van mijn foto’s, nog voor het importeren (bv. om aan iemand mee te geven), dan gebruik ik hiervoor de uitstekende en vliegensvlugge tool ‘Instant JPEG from RAW’. Meer info over dit gratis product vind je op de blog van Scott Kelby.
Ik ben heel ordelijk op mijn foto’s. Lightroom mag voor mij een aantal taken uitvoeren tijdens het importeer-proces: elke foto krijgt een betekenisvolle naam, wordt omgezet naar het DNG-formaat, belandt in een relevant mapje, krijgt mijn vaste Copyright-metadata mee, krijgt al enkele keywords mee die gelden voor de hele shoot, en krijgt een eerste bewerking over zich (camera calibratie). Dit alles in een paar klikken.
Voor de bestandsnamen gebruik ik een vast systeem met datum van trekken, een vast trefwoord en origineel bestandsnummer.
Het concrete voorbeeld tijdens dit artikel is een fotoshoot van Kobe op zijn eerste verjaardag. Een foto met originele bestandsnaam DSC_3232.NEF zal in mijn Lightroom-map belanden in de submap ‘Verjaardag Kobe’, en zal als naam 080921_kobe_3232.dng meekrijgen. De foto krijgt mijn Copyright-metadata mee, krijgt de keywords ‘kobe’ en ‘verjaardag’ mee, en krijgt een behandeling om Nikon-specifieke kleurartefacten uit de foto te halen.
De foto wordt omgezet naar het DNG-formaat. Dit is een universeel, open RAW-bestandsformaat dat door Adobe ontwikkeld werd. DNG-bestanden zijn kleiner dan de originele NEF-bestanden (Nikon RAW), en zijn opgeslagen in een breder en veiliger bestandsformaat.
Nadat de foto’s geimporteerd zijn in Lightroom, kunnen de originele NEF-bestanden in principe weg van het kaartje. Ik verplaats deze echter naar een folder, waar ze enige tijd later op een DVD’tje gebrand worden, puur als backup. In principe heb ik deze bestanden nooit meer nodig, maar je weet maar nooit.
Eerste schifting
Nu de foto’s in Lightroom staan, kan ik ze optimaal bekijken en beoordelen. De Library-modus van Lightroom geeft me een heel handig overzicht van mijn foto’s. Met minimale klikken en sneltoetsen kan ik de foto’s groot bekijken, kan ik inzoomen tot 100%, en kan ik een aantal eerste eenvoudige bewerkingen uitvoeren. Twijfel ik bijvoorbeeld of een afbeelding misschien te overbelicht is om bruikbaar te zijn, dan probeer ik via Exposure in een paar klikken de belichting naar beneden te halen. Lijkt het resultaat dan nog steeds onbruikbaar te zijn, dan vliegt de foto eruit. Is er twijfel, dan blijft hij staan tot hij grondiger bewerkt is.
In de Library-module gebeurt de eerste grote schifting. Onbruikbare foto’s en dubbels vliegen er uit, door ze te markeren als ‘Rejected’. Op deze manier worden ze onzichtbaar in mijn library, maar zijn ze nog niet onherroepelijk weg. Het onherroepelijk wegsmijten gebeurt pas helemaal op het einde van het proces.
Als ik een foto moet kiezen uit een reeks foto’s die er allemaal hetzelfde uitzien, is Survey View een geweldig hulpmiddel. Uitleg over deze tool zou ons te ver leiden, maar ik gebruik het in ieder geval veelvuldig en op Full Screen View.
Individueel bekijken en bewerken en tweede schifting
Eens de eerste schifting erop zit, is het kaf van het koren gescheiden. Nu wordt elke foto grondiger onder de loep genomen in de Develop-module (ontwikkelen), waar ik veel meer schuivertjes en mogelijkheden tot mijn beschikking heb.
Om de tools even te demonstreren, volgen we eventjes één foto mee.
Dit is de foto zoals hij uit mijn toestel gekomen is:
Een leuke foto van Kobe, maar het moest rap gaan, en er schort dus het een en het ander mee. Allereerst staat Evelines hand nog in volle beweging op de foto. De foto is te donker, en de schouw staat scheef. En de foto is wat koud van kleur. Allemaal zaken die we kunnen corrigeren met Lightroom.
Ik werk de tools af van boven naar onder, zoals Adobe het bedoeld heeft. Eerst en vooral snijd ik de foto bij, indien de kadrering niet perfect is. Een foto rechtzetten of bijsnijden kan heel eenvoudig met het Crop-gereedschap. Daarbij probeer ik steeds de originele verhouding (2:3) te bewaren. Soms wijk ik af en ga ik naar vierkante foto’s (1:1) of het eveneens zeer leuke 4:5 formaat.
Ziehier onze Kobe-foto na het rechtzetten en bijsnijden. De verhouding is hetzelfde gebleven.
Daarna is de kleurtemperatuur aan de beurt, in combinatie met de belichting en het contrast van de foto.
Veel beter al, niet?
Meestal stopt het daar. Bij de meeste foto’s volstaan deze basisbewerkingen, ofwel wordt het duidelijk dat de foto toch niet aan de kwaliteitseisen voldoet, en krijgt hij alsnog een ‘Mark as Rejected’.
Wil ik toch wat verder gaan met een foto, en een artistiek tintje toevoegen, een zwart-wit-versie maken of een belangrijke foto toch nog redden, dan ga ik verder met de bewerkingen. Dat kunnen bewerkingen zijn op individueel kleurniveau, bewerkingen in scherpte of ruisonderdrukking, of kleine retouches.
Lightroom is geen vervanger voor Photoshop. Lightroom vangt heel veel werk op dat vroeger in Photoshop moest gebeuren, maar voor een aantal zware retouches, of voor speciale effecten blijft Photoshop incontournable. Ik ga naar Photoshop om bijvoorbeeld een speciaal Quadtone-effect op mijn foto’s toe te passen, of voor ingrijpende retouches, zoals op de foto van Kobe. Daar zit Evelines arm net in beeld, en dat retoucheren kan alleen in Photoshop.
Vanuit Lightroom spring ik naadloos naar Photoshop, waar ik de nodige retouches kan doen. De foto komt als een TIFF-bestand terug in Lightroom, waar ik verder kan werken.
Op de bovenstaande foto is Evelines arm verdwenen en netjes overschilderd met bakstenen. Geen vuiltje aan de lucht.
Op het eind van het bewerkingsproces voeg ik eventueel nog een vignet toe aan de foto. Over vignettering bewust toepassen op foto’s zijn er zware discussies, en ik ben er zelf nog niet helemaal uit wat ik eigenlijk goed vind voor mezelf. Vignettering is een effect dat soms kan optreden bij bepaalde lenzen, waarbij je donkere of lichte hoekjes krijgt op je foto. Met fotobewerkingsprogramma’s kan dat heel makkelijk gecorrigeerd worden, maar veel fotografen gebruiken deze mogelijkheid tegenwoordig om die donkere hoeken heel bewust toe te voegen, zodat een soort tunnel-effect ontstaat, en de aandacht naar het centrum van de foto gezogen wordt. Kijk bijvoorbeeld maar eens bij Bert Stephani, die dit effect veelvuldig gebruikt.
Persoonlijk vind ik het er dikwijls over bij fotografen als Bert of Pieter Van Impe, maar het heeft soms wel iets. Vroeger gebruikte ik het effect nauwelijks, omdat je hiervoor sowieso naar Photoshop moest springen, maar sinds het in Lightroom kan, durf ik het al eens gebruiken op mijn foto’s, maar met mate.
Om de Kobefoto af te werken, heb ik een licht vignettering-effect toegevoegd. Dat geeft dit eindresultaat:
Als je een voor-na doet met de beginfoto, dan is hij er niet slechter op geworden, neen?
Definitieve schifting
De grootste kunst bij het nemen van foto’s is het schrappen ervan. Zeker bij een reeks kinderfoto’s is de verleiding heel groot om van 30 foto’s te zeggen: “Oh, maar deze is toch ook echt leuk” terwijl je er eigenlijk maar 5 mag overhouden. Dus schiften is soms hard, maar nodig.
Ik heb een eerste keer geschift bij het bekijken van de foto’s die uit het toestel kwamen, een tweede keer tijdens het bewerken, en nu alle foto’s bewerkt zijn, volgt een laatste en definitieve schifting. Nu bekijk ik alle overgebleven foto’s in afgewerkte toestand, en doe ik van hak-hak – deze wel en deze niet.
Ik ben gestart met een vrij grote reeks foto’s (een 30-tal), en hou uiteindelijk vier foto’s en één afgeleid kaartje over:
Met een dergelijke schifting ben ik wel tevreden. En als ik eigenlijk echt streng ben, dan kan ik nog zeggen dat nummer 1 en nummer 5 twee keer hetzelfde voorstellen, en aangezien nummer 1 op nummer 2 lijkt, wil dat zeggen dat nummer 1 nog moet vliegen. Maar kom.
Labelen van foto’s en fotoreeks
Zo! De reeks is afgewerkt, het werk zit erop. Of neen, wacht. Nog héél even. Er volgt nog een belangrijk werkje.
Om foto’s makkelijk terug te vinden, is het belangrijk om orde te houden in de metadata, de informatie die aan een foto plakt.
Als de reeks foto’s een op zichzelf staand geheel vormt, dan mag deze in een Collectie belanden. Deze foto’s zouden bijvoorbeeld in de collectie ‘Kobe’s verjaardag’ kunnen belanden.
Nog belangrijker dan het groeperen in sets, is het toekennen van keywords. Ook hier heeft Lightroom heel wat mogelijkheden voor.
Ik overloop elke foto terug in de Library-module en ken de gepaste keywords toe, bovenop de keywords die al aan de hele collectie toegekend waren (bij het importeren).
Deze keywords zijn ook belangrijk bij het exporteren – zo dadelijk meer daarover.
Verder ken ik ook iedere foto nog een sterrenwaardering toe, en geef ik een titel en eventueel een onderschrift mee.
Als alle metadata ingevuld zijn, is een foto compleet, en klaar om geëxporteerd te worden.
Exporteren
Foto’s willen bekeken worden. En dus mogen ze niet op je PC blijven verkommeren.
Lightroom heeft een aantal interessante mogelijkheden aan boord om foto’s te exporteren. Er is bijvoorbeeld de ingebouwde slideshow, of de ingebouwde Web Gallery.
Maar wat ik zelf eigenlijk het meest van al gebruik, is het gewone Export-dialoogvenster. Om van daaruit naar Flickr of naar een zelf geschreven web gallery te gaan, of om foto’s klaar te zetten om door te sturen naar de afdrukcentrale.
Zo heb ik een aantal presets gedefinieerd om foto’s in 3 formaten (thumbnail, normaal, groot) te exporteren naar mijn web gallery systeem.
Of zo heb ik een aantal Flickr-presets, die de foto’s op een bepaalde grootte exporteren, en automatisch openen in de Flickr Uploadr, waar ik enkel nog op de Upload-knop moet duwen.
Keywords, titels, captions, … komen allemaal mee, ik hoef in Flickr niets meer te doen, behalve eventueel in een set plaatsen.
Bij het definiëren van keywords in Lightroom kan ik bovendien bepalen welke keywords meekomen en welke niet. Zo gebruik ik het keyword ‘flickr’ om aan te duiden welke foto’s op Flickr moeten, maar dat moet natuurlijk niet mee geëxporteerd worden.
Of zo heb ik een preset die mijn foto’s in hoge kwaliteit exporteert naar JPG, en klaarzet in een folder die ik dan nog enkel moet openen op de Delhaize-website, om mijn foto’s vervolgens te laten afdrukken. In die preset zit een speciale naamstructuur voor de JPG-bestanden, zodanig dat de bestandsnaam – die op de achterkant van de foto’s geprint wordt – achteraf nog zeer betekenisvol is.
Tot slot
Ziezo, daarmee heb ik jullie naar aanleiding van deze blogkermis een kijkje gegeven op mijn workflow. Geef gerust kritiek, of frons gerust je wenkbrauwen – het is misschien niet de meest ideale manier van werken, maar voor mij marcheert ze. Ik heb deze workflow in de loop der jaren opgebouwd, aan de hand van allerlei ervaringen en tips, en ze loopt vlotjes voor mij. Wat niet wegneemt dat bijkomende tips welkom zijn. Ik ben dus benieuwd naar de andere artikels van de blogkermis.
En misschien zit er in mijn workflow wel iets wat ook voor jou handig kan zijn. Experimenteer, probeer, en kijk wat er voor jou het beste werkt. Als je er iets van opgestoken hebt, hoor ik dat ook graag.
Maar vergeet vooral niet dat het maken van de foto’s plezierig moet blijven, en geen sleur mag worden. Een goede workflow helpt daarbij.
Wat niet uitgebreid behandeld is in deze workflow, is een backup-procedure. Maar het spreekt voor zich dat goede backup-discipline ook zeer belangrijk is in een fotoworkflow, om ongelukjes te voorkomen.
Succes, en veel plezier!
Dit ga ik eens afprinten en op mijn gemak lezen. Enorm bedankt voor de moeite, ik ga er zeker wat aan hebben, dat weet ik nu al!
Bedankt Karel, echt goed geschreven en uitgelegd. Ik ga dit binnenkort ook eens deftig proberen onder de knie te krijgen.
Heel leuk en leerzaam om de workflow van anderen te kunnen lezen.
Karel, een erg uitgebreid en leerijk artikel. Net als bij Bert herken ik een aantal gelijkenissen in mijn worflow. Elja heeft me gevraagd om ook een artikel te schrijven, ik moet er nog werk van maken.
Ik zie dat je geen datum meegeeft in de foldernaam? “mm-dd zinvolle_naam” vind ik zeer handig om te sorteren.
Bij de optie voor de previews kan je nu ook “embedded & sidecar” previews kiezen. Dat duurt minder lang (lijkt mij) om previews aan te maken.
De camera calibratie kan ook standaard ingesteld worden op een bepaald profiel. Als je op alt duwt in de develop module, veranderen de twee knoppen onderaan in de rechtse zijbalk. Eén daarvan wordt “default”. Als je daarop klikt worden de waarden van de schuivers zoals die op dat moment staan ingesteld als de standaard importwaarden voor dat type van camera. Dus als je dan enkel het cameraprofiel verandert en je klikt default hoef je bij de import daarvoor geen develop settings meer aan te klikken.
Ik ben benieuwd naar je camera calibratie. Is dit voor een specifieke camera / lens combinatie, of puur per lens?
@Dikkie: datums in de foldernaam vind ik overbodig. Ik gebruik die folders toch nooit – al mijn organisatie zit in Lightroom. Het enige wat ik doe is een map per jaar aanmaken, met al mijn subfolders in. Dus momenteel ben ik enkel in de map ‘2008’ aan het werken.
De previews heb ik liever groot. Dat het importeren lang duurt kan me niet schelen, als ik maar snel door de foto’s kan navigeren en kan inzoomen, zonder dat hij dan nog moet gaan renderen.
En de calibratie: bedankt voor de tip, die kende ik al. Maar ik hoef die develop settings niet iedere keer opnieuw aan te klikken; hij onthoudt dat. Dan vind ik het makkelijker zo; op die manier kan ik het afzetten indien nodig.
Erwin: die camera calibratie zijn gewoon camera profielen van Nikon zelf. Dus geen relatie met de lens.
Bedankt voor de interessante uitleg!
Wat me altijd opvalt bij workflows is dat iedereen een aparte kaartlezer gebruikt. Waarom eigenlijk?
Voor mij werkt dat nu eenmaal handiger dan iedere keer het toestel aansluiten op een kabeltje, en daar dan met een heel toestel aan je laptop te bungelen.
Wat voor andere mensen ook een reden is, is dat zo’n kaartlezertje soms sneller is dan je fototoestel (als dit laatste geen USB 2.0 snelheid heeft)
karel waar haal je die camera profielen ?
http://labs.adobe.com/wiki/index.php/DNG_Profiles
Hoi Karel, ik weet dat het al een oud bericht is maar kwam het tegen in Google en wil toch even reageren. Zelf ben ik bezig om mijn kennis op dit gebied wat uit te breiden. Fotograferen gaat prima, alles instellen etc. Alleen na het maken van de foto’s doe ik er nog te weinig mee. Lightroom ga ik ook maar eens uittesten, kijken of het goed werkt.
Backups maak ik wel, alleen het is jammer dat de foto’s nog niet optimaal zijn. Aan de hand van jouw workflow hoop ik dit wel te gaan doen in de toekomst!