Clervaux

Net terug van een geweldige driedaagse (do-vr-za) in Clervaux met Eveline en mijn schoonouders.

De abdij van Clervaux

Het was een uitstapje waar we al heel lang naar uitkeken, aangezien we deze zomer niet echt vakantie genomen hebben. Het weerbericht zag er op het laatste moment onheilspellend uit, maar zoals je op bovenstaande foto ziet, viel dat al bij al héél goed mee. We hebben drie prachtige dagen achter de rug met mooie wandelingen, een topverblijf in ons hotel, de nodige dobberuurtjes in het zwembad (de brubbels!), een paar musea, enkele gastronomische maaltijden (de zalm!), en gewoon heel veel fijne momenten.

En zie, ik heb bijgeleerd. Mijn geweldige aardrijkskundige kennis, mijn vrouw en ikzelf waren overtuigd dat Clervaux in de Belgische Ardennen lag, maar kijk – het blijken de Luxemburgse Ardennen te zijn. Lëtzebuerg!

Enkele sfeerfoto’s van een goedgevulde trip…

Continue reading

To bol or not to bol

Algemeen

Een willekeurig atoomOp mijn werk is er “De Vriendenkring”. Vreselijke naam – i know – maar het achterliggende idee is wel leuk: uitstapjes en initiatieven om tijdens de weekends en ‘s avonds fijne dingen te doen met de collega’s en de gepensioneerden, en zo de banden aanhalen. Jaaaa, het mag misschien ouderwets klinken, maar dan ben ik maar ouderwets. Neh.

We proberen een keer per jaar een Belgische stad met een bezoekje te vereren, en voor onze najaarsactiviteit in oktober wordt dat onze hoofdstad, Brussel. Directe aanleiding voor het bezoek is het Atomium, dat we nu wel eens in zijn herstelde glorie willen aanschouwen. Ik zou graag een plaatje van het monument bij dit artikel zetten, maar dat mag helaas niet, wegens auteursrechtelijk beschermd. Too bad. Dan maar een willekeurig atoom. Ta-daah.

Nu – genoeg rond de pot gedraaid. Ik schrijf dit artikel namelijk met een missie. Ja, we zijn namelijk in dubio, wij organisatoren van de Brussel-uitstap. Want dat Atomium mag dan misschien wel ons nationaal monument zijn, en het mag dan misschien wel blinken lijk hel, en er is misschien veel moeite aan gedaan, maar wij horen zo ook wel eens van die rampverhalen. Over wachtrijen van een uur. Over ontgoochelingen binnen. Over lange, donkere, angstaanjagende trappen. En over een belabberd restaurant.

We zouden graag het bouwwerk bezoeken, en een hapje gaan eten in de bovenste bol. Voor de ervaring. Om te kunnen zeggen dat we in het hoogste restaurant van Brussel gegeten hebben. Maar is het zijn geld wel waard? Kloppen de rampverhalen?

Als u eigen ervaringen of tips heeft om ons dit bezoekje aan of af te raden, dan hoor ik het graag. Mijn collega’s en gepensioneerden zullen u dankbaar zijn!