Van Trådfri tot Zigbee: mijn domotica-verhaal

Dit is het begeleidende blogartikel bij aflevering #619 van de Tech45-podcast, die gepubliceerd wordt op 21 juni.

Afgelopen februari stond er nog een veranda achteraan mijn huis. Zoals elke goede Vlaming uit de jaren ’70 en ’80 had ik zo’n zinloos bouwwerk staan. Zinloos, want te warm in de zomer en te koud in de winter. 🤷‍♂️

Onze veranda, voor de verbouwing

Ondertussen werkte ik steeds vaker thuis en had ik dus behoefte aan een kantoor, en was mijn bordspellenhobby uit zijn voegen aan het groeien. Bovendien had ik een kamer nodig om mijn spelletjes open te laten liggen zonder dat de katten met de stukjes aan de haal gingen.

Die veranda is dus verkocht en ontmanteld, en in de plaats daarvan hebben we de afgelopen maanden een kantoor / bordspellenkamer gebouwd. Daarbij heb ik me ook geamuseerd met het introduceren van home automation in ons huis. Siri die de lampen kan aansteken. Rolluiken die automatisch naar boven en beneden gaan. Stopcontacten die vanop afstand aangestoken worden. Statistiekjes op de smartphone.

Ik heb het aangepakt als een echte nerd, en ben diép gegaan. En ik ben tegen muren gelopen. En ik heb veel geleerd. Dit is mijn verhaal.

Ons kantoor, na de verbouwing

Vroeger was alles simpeler

We hebben als mens al eeuwenlang behoeften die we oplossen door een handeling te doen. Of het nu in de oertijd of in de middeleeuwen is.

Als we koud hadden, dan staken we een vuurke aan.
Als we licht wilden, dan staken we een vuurke aan.
Als we iemand niet tof vonden, dan staken we een vuurke aan.
Als we iets te verstoppen hadden, dan staken we een vuurke aan.

Eigenlijk was het leven vroeger toch simpel!

Fast forward naar de tijd van de elektriciteit, de verwarmingstoestellen, en de schakelaars.
Als we koud hebben, dan draaien we een verwarming open.
Als het donker is, dan klikken we een licht aan.

Afstandsbedieningskat

Maar: de mens is een lui wezen. En op comfort gesteld. We willen niet dus niet uit onze luie zetel om de tv te verzetten, en als oplossing hebben we de afstandsbediening uitgevonden. En we willen dat het warm is als we ’s ochtends beneden komen, dus we hebben centrale verwarming en een programmeerbare thermostaat uitgevonden. En we willen dat de lamp aan de voordeur automatisch aangaat als we thuiskomen in den donker, dus we hebben de lamp met ingebouwde bewegings- en lichtsensor uitgevonden.

Het wonder van den domotica

Dat is nog geen “domotica”, want er komt nog geen computer bij kijken. Het tv-kaske stuurt zijn infraroodstraal alleen maar uit op het moment dat ik op een knopke duw. Een programmeerbare thermostaat voert het schema uit zoals ik ingeef, zonder enige intelligentie. En een bewegingssensor is rechtstreeks bedraad verbonden met de lamp en is dus gewoon een ander soort schakelaar.

Een klassieke analoge tuimelschakelaar

Een voorbeeld van een automatisering die alle intelligentie miste, is de timer voor de lampen in de etalage van de winkel van mijn ouders. Mijn papa had een timer die ervoor zorgde dat de lampen aangingen op het moment dat het donker werd, en die gingen dan weer uit rond tien uur ’s avonds of zo. Maar mijn papa zat die timer dus het hele jaar door aan te passen. A ja, want in de winter is het om vijf uur donker, en in de zomer pas om negen uur. Mijn papa was de intelligentie in het systeem.

Het wordt domotica of huisautomatisering als we er ne computer tussen steken die beslissingen begint te nemen in onze plaats, gebaseerd op sensoren of gebeurtenissen. Als je wil dat het licht binnen ook al aan gaat als de sensor aan de voordeur iemand ziet, is dat al ietsje moeilijker met bedrading. Als ik wil dat het rolluik naar beneden gaat en het sfeerlampje in de hoek aangaat als ik de tv aanzet, dan kom ik er met één afstandsbediening niet. Of ik wil dat de zonnewering boven mijn veranda naar binnen gaat als het windmolentje op mijn dak te hard ronddraait of de regensensor nat wordt. En als de lichtsensor zegt dat het buiten te donker is, dan moeten de lampen in de etalage van mijn papa aan. Dát is huisautomatisering.

Het wonder van de smartfoon

Die huisautomatisering heeft natuurlijk een hele hoge vlucht genomen dankzij de komst van 2 dingen: het internet, en de smartphone.

Smart Home-bedieningsapp

Het internet is belangrijk om enerzijds de dingen verbonden te houden en te zorgen dat we vanop afstand zaken kunnen regelen, maar ook om collectieve intelligentie aan het systeem toe te voegen. Neem nu die lampen in de etalage van mijn vader: dankzij publiek beschikbare info op internet kan je voor elke dag opzoeken wanneer de zon onder gaat in jouw tijdzone, en kan je de lampen exact op dat moment laten aangaan. En de smartphone dan, die heeft vele functies en die is onder andere de afstandsbediening die iedereen altijd bij heeft. In plaats van voor elk device een lomp afstandsbedieningsbakje te hebben dat je een plaats moet geven en waarvoor je een handleiding van 30 bladzijden moet doorworstelen met daarin allerlei vreemde codes en toetssequenties (omdat een deftige display blijkbaar te duur was), hebben we nu een universele touchscreen-afstandsbediening in onze broekzak of rond onze pols, of kunnen we onze apparaten met onze stem bedienen — die hebben we immers óók altijd bij.

Het idee van moderne domotica of Home automation is dus dat onze smartphone een bedieningsapparaat is, dat het beslissingen voor ons neemt, en dat het de verbondenheid met internetdiensten en met bijkomende sensoren zoals locatie ten volle gebruikt. Ons domoticasysteem weet aan de hand van onze smartphone perféct of we thuis zijn of niet. Het systeem kijkt welke bewoners hun telefoons er verbonden zijn met de wifi en kan dus op basis daarvan beslissen om bepaalde stopcontacten of lampen wel of niet aan te zetten. Maar het systeem ziet ons ook naderen: als ik op 100 kilometer van mijn huis ben, en even later op 80 kilometer, en dan op 50, dan wil mijn systeem wellicht beslissen om de verwarming aan te leggen zodra ik op 20 kilometer ben.

Open the Pod bay doors, HAL

JOHNNY NUMBER FIVE!

Daarvoor is er wel een “presence” in huis nodig. Tenzij élk device en élke lamp rechtstreeks met internet verbonden is — wat niet het geval is — is onze smartphone niet in staat om vanop afstand beslissingen te nemen. We hebben een HAL 9000, een J.A.R.V.I.S., een WALL-E, een R2D2, of een Number Johnny Five nodig die het fort bewaakt en alles in de gaten houdt. Daarom is er voor vele reeksen van slimme producten een “bridge” of een “hub”. Een Philips Hue-lamp is niét verbonden met internet. Als je volop voor het systeem van slimme lampen van Philips Hue wil gaan, dan heb je een Hue-bridge nodig. Die bridge verbind je met internet en met de stroom, en je lampen maken dan verbinding met de bridge.

Philips Hue bridge-illustratie

Dat heeft een aantal belangrijke voordelen. Ten eerste hoef je niet voor elk device liggen klooien om ze op internet te krijgen, en hoef je niet elke lamp aan te passen als je wifi-code verandert. Ten tweede is de verbinding tussen de lamp en de bridge niet afhankelijk van je wifi. Ten derde gaat het signaal veel verder dan je wifi — ik heb het eens getest en ik kan een lamp die 35 meter buiten mijn huis staat nog bedienen. En ten vierde verbruikt dat signaal véél minder energie dan een wifi-verbinding die je in leven moet houden.

Zigbee-logo

Er bestaan verschillende protocollen en standaarden om smart devices met elkaar te verbinden. Er zijn zaken als Thread, Matter, Z-Wave, en uiteraard Bluetooth, maar om niet te diep te duiken houden we het hier even bij Zigbee, wat de lage-energiestandaard is die momenteel gebruikt wordt door onder andere Philips Hue, Ikea Trådfri, en vele anderen.

De programmatie en het uitvoeren van de intelligentie gebeurt op de bridge. Dat wil zeggen dat de bridge zelfstandig beslissingen kan nemen gebaseerd op automatisaties, en dat de bridge in verbinding staat met de app via internet. Op die manier kan ik dus vragen om bepaalde lampen aan te steken bij zonsondergang, en gaat die bridge dat zonder verdere tussenkomst (of zonder dat er iemand thuis is) afhandelen. Of ik kan vanuit Chakamaka beslissen om het licht in mijn berging aan te steken. Als er internet is in Chakamaka, dan lukt dat.

Elke Zigbee zoemt zoals hij gebekt is

Maar, de domper op de feestvreugde is dat zo’n merkgebonden bridge ook belangrijke beperkingen heeft. Hoewel Philips en Ikea allebei Zigbee praten, zijn ze onderling niet zomaar compatibel. Out of the box heb je een Hue-schakelaar nodig om een Hue-lamp aan te steken, via een Hue bridge. En je hebt een Trådfri-schakelaar nodig om een Trådfri-lamp aan te steken via een Ikea Dirigera-hub. En als je dus een Hue-lamp de mooiste vindt, dan probeert Hue je vast te klikken in hun ecosysteem.

Het Trådfri-systeem

Ik weet dat het hypocriet klinkt vanuit de mond van een Apple fanboy, maar een vendor lock-in is uiteraard niét goed. We willen vrijheid hebben om een mix van lampen van verschillende merken aan te sturen met gelijk welke schakelaar. Dat kan heel wat opbrengen. Een bewegingsdetector van Trådfri heb je bv. voor een derde van de prijs van een Hue-detector. Een LEDstrip van Nanoleaf kost een fractie van wat een Hue-LEDstrip kost.

De nieuwe standaard “Matter” heeft de belofte dat op te lossen, maar in tussentijd zijn daarvoor systemen als Apple Home, Google Home, Homey, of Home Assistant heel belangrijk. Dat zijn platformen waarop je je automatisering uitbouwt, en de verschillende apparaten, bridges en hubs met elkaar verbindt. In plaats van een Hue-schakelaar exclusief in de Hue-app te configureren en dus te beperken tot Hue-lampen, kan je zo’n schakelaar ook configureren in de overkoepelende Home-app, en er andere apparaten mee bedienen ook. Zo heb ik thuis een Rickroll-knop gemaakt: als je er op drukt, dan begint Rick Astley uit de HomePods te knallen. Ideale conditionering om de poetshulp af te leren om op een bepaalde knop te drukken…

Down the rabbit hole

En dat brengt mij bij mijn persoonlijk verhaal. Ik had een paar maanden geleden zo goed als niets van huisautomatisering. In februari ben ik aan een verbouwing begonnen en ben ik geleidelijk aan vanalles beginnen introduceren in huis, en ben ik op vele muren gestoten die ik één voor één ben beginnen slopen. Met dank aan het internet, en de vele toffe mensen in de Tech45-Slack.

Onze verbouwing in volle gang.
Onze verbouwing, volop aan de gang. Nog niet veel Home Automation, hier.

Toen ik enkele jaren geleden een HomePod mini kocht, ondervond ik dat die alleen maar kon aangestuurd worden via de Apple Woning-app. Ik vond dat toen behoorlijk stom — in hindsight kan ik snappen waarom dat zo is. De HomePod is een belangrijk deel in de automatisatie van je huis, en het vervult de functie van hub.

Het bedienen van die HomePods was dus de ideale opening voor me om die Woning-app te ontdekken en te kijken hoe het in elkaar steekt. Je maakt een Woning aan, je bepaalt kamers in de woning, en je plaatst toestellen in de kamers. Als ik een Apple TV in de woonkamer heb, en ik heb een HomePod in de woonkamer, dan zal hij automatisch voorstellen om die HomePod als luidspreker voor de Apple TV te gebruiken, en niet de HomePod die bv. in de keuken staat. Dus, je vertelt de Woning-app hoe je huis georganiseerd is. Met slimme lampen wil dat ook zeggen dat je kan zeggen “doe de lampen HIER uit” en dat hij weet welke kamer “hier” is.

iPhone met Home app
De Woning-app, op mijn iPhone

Om automatisaties te kunnen laten lopen in je huis zonder dat je thuis bent, heb je een bridge of hub nodig, dat had ik al verteld in het Philips Hue of Ikea Trådfri-verhaal. Apple heeft geen eigen hub die los verkrijgbaar is. In plaats daarvan fungeert elke Apple TV en elke HomePod als hub. Heb je die niet en wil je toch Home automation via Apple, dan moet je een iPad dedicated als hub instellen en die thuis laten liggen. Maar dus bij mij was dat geen probleem, ik heb een Apple TV en ondertussen meerdere HomePods. Bij een Google Home heb je Google Home Hub of Nest Hub nodig.

Wij zijn bij de brandweer

De eerste apparaten die ik indertijd toegevoegd heb aan mijn “slimme” huis, waren slimme rookmelders. Ik vind het leuk om te weten of mijn huis aan het opfikken is of niet terwijl ik op een berg in de Alpen sta, dus heb ik drie Netatmo-rookmelders met HomeKit-integratie gekocht. Eén probleempje: die verbinden weliswaar met internet en met Apple Home, maar ze deden één ding niet wat ik gehoopt had: elkáár verwittigen. Als er ’s nachts brand is in mijn keuken wil ik dat weten terwijl ik in mijn bed lig. Er gaat een alarm gaan in de keuken en er gaat een melding op mijn smartphone komen, maar ik had gehoopt dat de rookmelder in de gang gewoon mee ging gaan loeien, en dat is niet het geval. Dat heb ik toen opgelost door in te stellen dat in geval van brandalarm alle HomePods in huis loeihard “Wij zijn bij de brandweer” van Samson en Gert moeten beginnen afspelen. En zie, dat was mijn eerste automatisatie in Apple Home.

Dan ben ik in februari dus beginnen verbouwen. We hebben onze veranda afgesmeten en een nieuw kantoor / game room gebouwd, en ondertussen ben ik wat andere zaken in huis beginnen aanpakken ook. En daar kwam de eerste Philips Hue-lamp. En ik zag dat het goed was.

Toen wilde ik mijn verwarming aanpakken. De thermostaat hangt in de living, dus dat wil met een klassieke verwarming zeggen dat de living eigenlijk mee moet opwarmen als ik het kantoor wil opwarmen. Daarom heb ik een systeem van tado° in huis gehaald, waarmee ik elke kamer apart kan aansturen. Allemaal netjes gekoppeld in Apple Home. En ik zag dat het goed was.

Knutselarij

En dan wil je dus beginnen knutselen en koppelen. Zoals gezegd: de Philips Hue-app en de tado°-app kennen elkaar niet, en kunnen niet met elkaar babbelen. Maar de Apple Home-app vormt wel een brug tussen die twee. Dus als ik wil alle lampen op blauw zetten als de temperatuur onder de 18 graden is, dan kan dat, in de Apple Woning-app. En ik kan zeggen “Hé Siri, zet de verwarming op 22 graden en doe de lampen in mijn kantoor aan.”

Ook als ik een Trådfribewegingssensor wil koppelen aan mijn Philips Hue-lamp, dan kan dat. Máár dan moet ik wel én een Philips Hue-bridge hebben, én een Ikea Dirigera-hub. En voor je het weet hangen je stopcontacten vol met hubs en bridges. Dus dat is ook niet zo’n propere oplossing.

Bovendien is niet alles netjes compatibel met Apple Home. In de verbouwing is er in 4 kamers nu ook een airco-toestel geïnstalleerd en die regel je ofwel via een lompe jaren ’90-afstandsbediening waarbij je moet mikken en klikken, ofwel via een app van de fabrikant. Die app integreert met Alexa en Google Home, niét met Apple Home. Ik kon dus niet zeggen “Hé Siri, zet de airco aan”. Of de airco automatisch afzetten als ik het huis verlaat bijvoorbeeld, dat lukte ook niet. Dus wou ik dat oplossen.

Een Raspberry Pi
Een Raspberry Pi

Dan bleek dat er slimme jongens zijn die een plugin gemaakt hebben om die airco te koppelen via Homebridge, wat een softwaretussenlaag is die je draait op een lokale server, zoals je laptop of een Raspberry Pi, en die zich aan Apple Home manifesteert als een bridge. Alle apparaten die je dus toevoegt aan Homebridge (via third party plugins), verschijnen meteen ook in de Apple Woning-app. Ik heb dat enkele dagen uitgeprobeerd op mijn laptop en dat werkte prima, maar mijn laptop ligt natuurlijk niet áltijd aan. Dus heb ik een Raspberry Pi in huis gehaald, en die draait nu Homebridge. En ik kan mijn airco’s nu volledig aansturen via voice en Apple-automatisaties, hoera. En ik zag dat het goed was.

Nooit genoeg

Natuurlijk stopt het daar niet. Eens je zo’n Raspberry Pi in huis hebt, heb je meteen ook een oplossing voor een hoop andere problemen. Bijvoorbeeld het hub-en-bridge-probleem. Waarom een aparte Ikea Dirigera-hub of Philips Hue-bridge kopen als die toch allemaal Zigbee babbelen, weet je nog? Dus heb ik een USB-antenne gekocht die ik op de Pi kan steken en die Zigbee-signalen kan opvangen. Waardoor mijn Pi nu een universele hub is die kan babbelen met Philips Hue, met Ikea Trådfri, en met eender welk Zigbee-systeem. Ik heb dus Ikea-spullen in mijn huis draaien zonder dat ik zo’n Dirigera-hub heb, en eigenlijk kan ik mijn Hue-bridge ook gewoon weer verkopen.

Dat is trouwens niet alleen een kwestie van geld, ruimte, en stopcontacten besparen, maar ook van nieuwe mogelijkheden ontsluiten. Een inbouwschakelaar die een domme lamp slim maakt, dat bestaat niet binnen het Hue-gamma. Wel bij Aqara. Dus heb ik nu een Aqara-schakelaar in mijn Hue-netwerk. En ik zag dat het goed was.

Maar. Ik laat het nu iets eenvoudiger klinken dan het eigenlijk is. Dat Zigbee-signaal moet wel nog vertaald worden naar iets dat al die apparaten spreken. En één manier om dat te doen, is aan de hand van MQTT.

Chattende lampen

MQTT (em kjoe tie tie) is een soort chatprotocol voor apparaten. Theoretisch zouden we MQTT als chatapplicatie kunnen gebruiken. Dat werkt dan zo: ik zet een MQTT-broker op (de chatserver zeg maar) en ik verzend allerlei berichten naar die broker. Die moeten altijd een onderwerp en een inhoud hebben. Ik verstuur bv. berichten met als topic “boardgames” en berichten met als topic “fotografie”. Als jij, lieve lezer, dan een MQTT-client geïnstalleerd hebt, kan jij berichten monitoren die op mijn broker verstuurd worden. Daarbij moet je opgeven welke onderwerpen je wil monitoren. Boardgames interesseren je niet dermate, dus die skip je gewoon, maar je luistert wel actief naar de topic “fotografie”. Alles wat ik verstuur met de topic “fotografie” zal jij dus zien verschijnen. Als jij daar dan weer terug op antwoordt met de topic “fotografie” en ik heb ook een client waarbij ik ook naar dat onderwerp luister, dan zal ik jouw reactie zien. En dan zijn we dus aan het chatten. En hebben we mIRC nagebouwd.

MQTTX, een MQTT-client waarmee je je lampen kan afluisteren.

Op die manier gaat een lamp dus af en toe een berichtje sturen naar een broker met een welbepaalde topic (bv. de ID van de lamp) en zijn status. Een thermostaat zal om de minuut bv. een berichtje sturen met de temperatuur en de vochtigheid. Plots stuur ik een berichtje op een topic waar die lamp naar luistert, met als inhoud: “ga aan op 50%”. Die lamp pikt dat op, en voert het commando uit, en stuurt een status terug. Op die manier kunnen alle apparaten dus praten met elkaar, en kan je dus ook meeluisteren op het netwerk wat er eigenlijk allemaal wordt verstuurd van berichten, wat voor een knutselaar wel fijn is. En daar ben ik effectief mee aan de slag gegaan.

Eerst nog even zeggen dat er op mijn Pi ook Zigbee2MQTT draait, een service die de Zigbee-signalen vertaalt naar MQTT-signalen, en die gekoppeld is met Homebridge, die andere software die ervoor zorgde dat iets verscheen in Apple Home. Als ik dus een Trådfri-bewegingsdetector wil gebruiken om een Philips Hue-lamp aan te laten gaan, dan koppel ik die Trådfri-detector met mijn Pi via Zigbee2MQTT. De bewegingsdetectie wordt via MQTT het netwerk op gezet, en via Homebridge doorgegeven aan Apple Home. Eindresultaat is dat ik in Apple Home kan zeggen “als de Trådfri iets detecteert, dan moet die lamp aangaan”. Als die lamp ook gewoon gekoppeld is op de Pi, dan gaat dat gewoon langs dezelfde weg helemaal terug. En ziedaar, wég merkeigen bridges en hubs!

It’s pretty deep already, but I think it runs even deeper

Kunnen we nóg verder gaan? Jawel hoor, het is niet voor niets een rabbit hole waar je steeds dieper kan induiken.

Shelly plug

Niet alle apparaten spreken Zigbee. Ik heb een aantal slimme stopcontacten die Thread spreken — die kan ik rechtstreeks koppelen in Apple Home zonder dat er een tussenlaag nodig is. Geen probleem daar. Maar ik heb ook enkele meetstopcontacten van Shelly, en die werken enkel via wifi en hebben geen enkele integratie met Apple Home, en ze zijn nog te nieuw om al third party-oplossingen te hebben.

Maar dat houdt een knutselaar niet tegen. Want die Shelly-stopcontacten kunnen wél communiceren via MQTT. Ik heb dus gevraagd aan die Shelly-stopcontacten om MQTT-berichten te sturen en te luisteren via mijn lokale MQTT-broker. Dan heb ik zelf een hele tijd zitten luisteren op MQTT terwijl ik op knopjes zat te drukken en het stopcontact aan het bedienen was om uit te lezen wélke berichten er nu precies verstuurd worden. En die berichten heb ik dan via een Homebridge-MQTT-plugin zelf vertaald naar dingen waar Apple Home mee kan werken. Dat is ongeveer het meest geavanceerde wat ik al gedaan heb, maar nu heb ik dus wel zelf een Shelly-stopcontact dat geen Apple-ondersteuning heeft volledig bedienbaar en uitleesbaar gemaakt in de Apple Woning-app, en dat vind ik wel cool. 😎

Iets gelijkaardigs heb ik gedaan met een CO2-meter. Sinds een tijdje monitor ik de luchtkwaliteit in huis met een klein toestelletje. Dat ding doet het uitstekend, maar het stoorde me een beetje dat die batterij maar 8 uur meegaat, en dat het ding dus de facto de hele tijd een stopcontact bezet moet houden. Ik was op zoek naar een low power-oplossing die gewoon af en toe via Zigbee een MQTT-berichtje stuurt en op die manier meer dan een jaar met een simpele batterij kan doen. Die heb ik gevonden, maar om een of andere reden ging de CO2-waarde niet door naar Apple Home, wat wel het hele idee was. Dus daar heb ik iets gelijkaardigs gedaan als met de Shelly-stopcontacten: ik heb geluisterd naar de signalen die uitgestuurd werden, ik heb een nieuw virtueel device gemaakt waarin de CO2-waarden herhaald worden, en dat virtuele device heb ik toegevoegd aan Apple Home. En voila, nu kan ik de CO2-waarden in de living aflezen in de Apple Woning-app.

Hackerman

En zo kan ik nog een tijdje doorgaan. Muren open smijten om bedrading aan te passen om domme lampen slim te maken. Schakelaars herprogrammeren. Homewizard op de P1-poort van mijn digitale meter. Mijn zonnewering die vanzelf dicht gaat als het regent. En nog meer.

Hé Siri, maak het eten klaar, voeder de kat, en poets de ramen

En zo heb ik op enkele weken tijd een hele diepe duik gemaakt in Home Automation. Ik kan nu bijna al mijn lampen met stem bedienen, bepaalde sfeerlampjes gaan automatisch aan wanneer ik thuis kom en het na zonsondergang is en ik heb ’s avonds een “Slaapwel” programma dat bijna alle lampen uitdoet, mij 100 seconden de tijd geeft om de living netjes te verlaten, ondertussen het waaklampje langs de trap en in de badkamer inschakelt en de Qi-lader op mijn nachtkastje aanzet, zodat ik mijn telefoon en mijn Watch kan beginnen opladen. Na 100 seconden gaan de laatste lampen uit, en worden ook alle andere apparaten uitgeschakeld.

Nu, de olifant in de kamer. Enkele lezers zijn ondertussen wellicht woest en met tomaten naar hun bloglezer aan het gooien en aan het schreeuwen “MAAR DOE DAT TOCH IN HOME ASSISTANT, IDIOOT — MAAK HET JEZELF NIET MOEILIJKER DAN NODIG!”.

Inderdaad, heel wat van de doe-het-zelf-dingetjes waar ik mee heb zitten prullen zijn een eitje om voor elkaar te krijgen in Home Assistant. Home Assistant is ook zo’n compleet platform zoals Apple Home en Google Home waar je alles samenbrengt zonder fabrikant-beperkingen en alles laat samenwerken. De mogelijkheden zijn véél en véél ruimer dan in Apple Home en Google Home, en je kan bv. uitgebreide rapportering bijhouden en je P1-poort van je slimme elektriciteitsmeter en je zonnepanelen gaan koppelen, voor ultieme inzichten en automatiseringen.

Waarom zit ik dan te prullen met allerlei services die ik ambachtelijk aan elkaar koppel? Voor een stuk omdat ik het echt leuk vind om al die dingen zelf uit te zoeken. Ook omdat ik echt wil snappen hoe alles in elkaar zit, in plaats van gewoon op een knopje te duwen. En omdat ik wat schrik heb dat mijn Raspberry Pi er niet helemaal op voorzien is. Ik hoor toch van meerdere mensen dat ik beter een aparte Pi voorzie, met een SSD in plaats van een SD-kaart, want de load en de lees- en schrijfbewerkingen zijn zo hoog met Home Assistant dat een standaardconfiguratie dat niet gewoon trekt. Dus ik ga wellicht op een dag nog wel overstag, maar voorlopig amuseer ik mij met mijn knutselarij.

Homey is trouwens ook zo’n totaalplatform, maar dan makkelijker te installeren en te bedienen dan Home Assistant, en met de hardware ingebouwd. Je krijgt daar eigenlijk een universele hub, én de software.

Keep it secret. Keep it safe.

Een laatste bedenking: privacy en security zijn hier heel belangrijk. Je Home automation-systeem weet héél veel over je, en dat wil je voor jezelf houden. En je wil niet dat je lampen in het midden van de nacht beginnen knipperen, of dat je speakers enkel en alleen nog K3 kunnen spelen. Het was onlangs nog in het nieuws dat heel veel zonnepanelen veel te onveilig ingesteld zijn en hoe dat een veiligheidsrisico vormt.

Mijn hele automatisatie is ingesteld zodat alles alleen vanop het lokale netwerk bereikbaar is. Mijn zonnepanelen staan op een apart netwerk. De enige toegangspoort naar buiten toe, is Apple Home. En nu is de naïeve fanboy aan het spreken, maar ik vertrouw Apple nog net iets meer dan Home Assistant. Bovendien, los van wie je vertrouwt of niet, hoe minder ingangen hoe beter. Apple Home zal altijd een open ingang zijn, en zolang ik Home Assistant niet moet toevoegen als tweede ingang en dus dubbel zo hoge kans om gehackt te worden, hoe beter.

Ben je er nog? Waw, dank je wel om zover te lezen. Het is een heel lang verhaal geworden, maar het is voor mij ook al een lange en boeiende ontdekkingstocht geweest. Ik kijk er naar uit om nog meer te prutsen en nog meer te leren. In tussentijd: “Hé Siri, sluit dit artikel af.”

Het (bijna!) afgewerkte kantoor

Reageer!