De massa consumeert

Zaterdagochtend, 10 uur. De massa wil consumeren. Iedereen tegelijkertijd, iedereen hetzelfde. De nummertjes van het vlees spreken boekdelen: 573 ligt bovenaan, 529 wordt tegelijkertijd afgeroepen. Er zijn 44 wachtenden voor u.

Iedereen baant zich een weg door de goederen, het karretje als stootram gebruikend. Pijlen worden genegeerd, blokkades worden opgeworpen.

In de koelcel gaat is de strijd het heetst. Iedereen wil tomaten, er wordt net niet mee gesmeten. De toren met gratis yoghurtjes smelt als sneeuw voor de zon. Jengelende kinderen schreeuwen in het rond.

Maar dan moet de echte strijd nog beginnen. File bij het verlaten van de koelcel. File? File, ja: de kassarij komt tot hier. Kassarij? Excuseer – kassamassa. Iedereen baant zich een weg richting betaalpunt en uitgang, en iedereen wil de eerste zijn. De weg naar de kassa’s is lang, en veel kruispunten liggen op die weg. Kruispunten waarlangs veel verkeer wil invoegen; de sluipweg naar de kassa’s loopt langs de droge voeding.

Iedereen staat op zijn strepen. Jong of oud, man of vrouw, arbeider of bediende, kinderen of geen kinderen: deze strijd brengt het slechtste in iedereen naar boven. Een man duwt zijn karretje in het gat van zijn voorganger, om zeker te zijn dat er geen gaatje ontstaat. Een andere man komt uit een zijrij, en eist zijn shortcut op, met een blik in de ogen “ik heb een karretje en ik ben niet bang om het te gebruiken”. Een vrouw veinst dat ze even moet passeren om aan de diepvriesfrieten te kunnen, en voegt terstond in de kassarij in, naglunderend van haar lepe truc. Een oudere man steekt iemand zonder excuus voorbij, en lacht: “het leven is voor de rappe!”. Een oude dame triomfeert omdat ze de snelste en oneerlijkste weg van frigo naar kassa gevonden heeft. Een vriendelijke dame probeert het rits-principe toe te passen en laat iemand voor, terwijl ze haar eigen wachttijd ziet oplopen en haar ijscrème het stilaan op een lopen zet.

De kassa’s draaien op volle toeren, de kassiers werken onder stress, het geld stroomt binnen. Crisis? Welke crisis?

Buiten aangekomen zijn alle winkelkarretjes weg, en komen dààr de lepe truuken boven om als nieuwkomer een karretje te bemachtigen voor de persoon die daar al tien minuten staat te wachten op zijn winkelvehikel. De gehandicaptenplaatsen zijn allemaal bezet, door familiewagens met kwieke dertigers of door dikke karren met kranige veertigers.

Naar de Colruyt gaan op een zaterdag na een vrije dag, en tijdens een communieweekend: eigenlijk had ik slimmer moeten zijn en op voorhand moeten weten dat het een deprimerende ervaring zou zijn. Op zo’n moment verandert de supermarkt in een autostrade, waar charmante huisvaders plots transformeren tot agressieve chauffeurs die hun plaats opeisen.

Ik weet ook dat die dingen – en nog veel ergere dingen – ook gebeuren als ik er niet ben. Maar toch, ergens denk ik dat ik gelukkiger ben als ik die dingen gewoon niet zie. Voortaan gebeuren de boodschappen dus op weekavonden.

3 thoughts on “De massa consumeert”

  1. In een winkel werken is ook niet goed voor je mensbeeld – onvoorstelbaar hoe weinig (geen?) schaamte sommige mensen hebben.

Reageer!