Vouwfietser

Bedenkingen en hersenkronkels

Alweer een losse bedenking in het warrige hoofd van Karel Titeca:

Hoe noem je de berijder van een vouwfiets? Een vouwfietser?

En is die dan opplooibaar?

Roem

Bedenkingen en hersenkronkels

Zittend op de trein razen er wel eens hersenkronkels door een mens zijn hoofd.

Vorige week donderdag was ik per trein op weg naar de fuif (die overigens een succes was), en ondertussen was ik bij wijze van voorbereiding nog wat muziek aan het beluisteren vanop mijn MP3-speler.

Nu, ik ben zo een van die nozems die soms zijn muziek wel eens luid durft te zetten, die later gehoorklachten zal hebben hierdoor, en die soms de rest van het treinstel wel eens ongevraagd laat meegenieten van de muziek. Soms. Zelden, eigenlijk, maar kom.

Nu was ik verzeild in een luide beluistering van de recentste plaat van Milow, toen ik me plots bedacht dat de man Leuvenaar is, en bv. wel eens op dezelfde trein kon zitten. In hetzelfde treinstel bijvoorbeeld, en dus ongevraagd meeluisterend naar zijn eigen muziek.

Wat zou er op zo’n moment door zo’n aanstormend muzikant heengaan? Je zit rustig op de trein, en iemand verkiest om naar jouw muziek te luisteren. Gaaf, jong!
Of je bent een beginnend schrijver, je wandelt door een park, en iemand zit op een bankje jouw boek te lezen. Met een glimlach op de mond. Stap je dan fluitend verder, en maak je er een huppelsprongetje bij?
Of je bent een jong mode-ontwerper, die de weg naar de catwalk nog moet vinden, en op een zomerse dag zie je iemand met een van jouw creaties aan zijn of haar lijf door de stad kuieren.

Het moet wat zijn. Roem. En de kick ervan. En het is ze gegund, die jonge leeuwen. Het is ze gegund.